De beste oplossing is bij je bandencentrale of garagist langsgaan. Zij zijn de specialisten met de juiste meetapparatuur. Maar je kan het ook zelf checken.
Goed: stop een muntstuk in een groef van het rolvlak en herhaal telkens bij andere groeven
– Een stuk van 1 euro voor een zomerband. Zijn de sterren zichtbaar die in de rand gegraveerd zijn? Dan is het tijd om de band te vervangen.
– Een stuk van 2 euro voor een winterband. Steekt de zilverkleurige buitenrand buiten de groef uit, dan is de band versleten.
Opgelet: een muntstuk is de makkelijkste manier, maar helemaal accuraat is het niet!
Beter: kijk naar de slijtindicator
Een slijtindicator is een rubberblokje van 1,6 mm dik. Normaal gesproken is dit onder in de lengtekanalen geplaatst. Zodra dit rubberblokje op het rolvlak zichtbaar wordt, heeft de band de wettelijke slijtgrens bereikt en moet hij vervangen worden.
Sommige merken doen net het omgekeerde: ze hebben een hogere slijtindicator. Zodra die indicator verdwijnt, moet je de band vervangen. Nog andere werken met cijfers als indicator.
Hoe vind je zo’n slijtindicator op de band? Zoek op de zijwand van de band naar een van de volgende markeringen: het TWI (tread wear indicator) merkteken, het logo van het merk of een driehoek.
Raak je er moeilijk uit? Vraag advies aan je bandenspecialist.
Best: gebruik een dieptemaat.
Een muntstuk en slijtindicator moeten het afleggen tegen de nauwkeurigheid van een dieptemaat. Een superhandig instrument – je vindt het tegen een klein prijsje bij autocentra of bandencentrales. Zo meet je de diepte van de groeven op diverse plekken van de band, overeenkomstig de regelgeving.